ontwapende
- Geluid: ontwapende (hulp, bestand)
- ont·wa·pen·de
vervoeging van |
---|
ontwapenen |
ontwapende
- enkelvoud verleden tijd van ontwapenen
- Ik ontwapende.
- Jij ontwapende.
- Hij, zij, het ontwapende.
- Ik ontwapende.
- verbogen vorm van ontwapend, voltooid deelwoord van ontwapenen
- Het woord ontwapende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.