Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·waak·te

Werkwoord

vervoeging van
ontwaken

ontwaakte

  1. enkelvoud verleden tijd van ontwaken
    • Ik ontwaakte. 
    • Jij ontwaakte. 
    • Hij, zij, het ontwaakte. 
  2. verbogen vorm van ontwaakt, voltooid deelwoord van ontwaken