• ont·veins·de
vervoeging van: ontveinzen…
verbogen vorm: ontveinsdee

ontveinsde

  1. verbogen vorm van ontveinsd, voltooid deelwoord van ontveinzen
vervoeging van
ontveinzen

ontveinsde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontveinzen
    • Ik ontveinsde. 
    • Jij ontveinsde. 
    • Hij, zij, het ontveinsde.