onttroonde
- Geluid: onttroonde (hulp, bestand)
- ont·troon·de
vervoeging van |
---|
onttronen |
onttroonde
- enkelvoud verleden tijd van onttronen
- Ik onttroonde.
- Jij onttroonde.
- Hij, zij, het onttroonde.
- Ik onttroonde.
- verbogen vorm van onttroond, voltooid deelwoord van onttronen
- Het woord onttroonde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.