Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·rief·de

Werkwoord

vervoeging van
ontrieven

ontriefde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontrieven
    • Ik ontriefde. 
    • Jij ontriefde. 
    • Hij, zij, het ontriefde. 
  2. verbogen vorm van ontriefd, voltooid deelwoord van ontrieven