ontmoedigde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontmoedigde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·moe·dig·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontmoedigen |
ontmoedigde
- enkelvoud verleden tijd van ontmoedigen
- Ik ontmoedigde.
- Jij ontmoedigde.
- Hij, zij, het ontmoedigde.
- Ik ontmoedigde.
- verbogen vorm van ontmoedigd, voltooid deelwoord van ontmoedigen