ontmaagdt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·maagdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontmaagden |
ontmaagdt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontmaagden
- Jij ontmaagdt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontmaagden
- Hij ontmaagdt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontmaagden
- Ontmaagdt!