ontgold
- ont·gold
vervoeging van |
---|
ontgelden |
ontgold
- enkelvoud verleden tijd van ontgelden
- Ik ontgold.
- Jij ontgold.
- Hij, zij, het ontgold.
- Ik ontgold.
- Het woord ontgold staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
ontgelden |
ontgold