onopgehelderde
- on·op·ge·hel·der·de
onopgehelderde
- verbogen vorm van de stellende trap van onopgehelderd
- ▸ En ondanks het feit dat ze op dit moment een lange reeks onopgehelderde bankovervallen en inbraken in wapenvoorraden toeschreven aan de bende.[1]
- Het woord onopgehelderde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149