• on·der·koel
vervoeging van
onderkoelen

onderkoel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderkoelen
    • Ik onderkoel. 
  2. gebiedende wijs van onderkoelen
    • Onderkoel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderkoelen
    • Onderkoel je?