onderken
- on·der·ken
vervoeging van |
---|
onderkennen |
onderken
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderkennen
- Ik onderken.
- gebiedende wijs van onderkennen
- Onderken!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderkennen
- Onderken je?
- Het woord onderken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.