• on·der·druk·ten
vervoeging van
onderdrukken

onderdrukten

  1. meervoud verleden tijd van onderdrukken
    • Wij onderdrukten. 
    • Jullie onderdrukten. 
    • Zij onderdrukten. 
vervoeging van
onderdrukken

onderdrukten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van onderdrukken
    • ...dat wij onderdrukten. 
    • ...dat jullie onderdrukten. 
    • ...dat zij onderdrukten.