onderblijf
- Geluid: onderblijf (hulp, bestand)
- on·der·blijf
vervoeging van |
---|
onderblijven |
onderblijf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderblijven
- Ik onderblijf.
- gebiedende wijs van onderblijven
- Onderblijf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderblijven
- Onderblijf je?
- Het woord 'onderblijf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.