omwisselden
- Geluid: omwisselden (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɔmʋɪsəɫdə(n)/
- om·wis·sel·den
vervoeging van |
---|
omwisselen |
omwisselden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omwisselen
- ...dat wij omwisselden.
- ...dat jullie omwisselden.
- ...dat zij omwisselden.
- ...dat wij omwisselden.
- Het woord omwisselden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.