Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·stuw·den

Werkwoord

vervoeging van
omstuwen

omstuwden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omstuwen
    • ...dat wij omstuwden. 
    • ...dat jullie omstuwden. 
    • ...dat zij omstuwden. 
vervoeging van
omstuwen

omstuwden

  1. meervoud verleden tijd van omstuwen
    • Wij omstuwden. 
    • Jullie omstuwden. 
    • Zij omstuwden. 

Gangbaarheid