omstond
- om·stond
vervoeging van |
---|
omstaan |
omstond
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omstaan
- ... dat ik omstond.
- ... dat jij omstond.
- ... dat hij, zij, het omstond.
- ... dat ik omstond.
- Het woord omstond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.