Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·ste·beurt
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

omstebeurt

  1. een voor een, om de beurt
    • Daarna maken we tweetallen en lopen omstebeurt met de ander op ons rug de dijk weer op. „Je draagt nu 80 kilo botten, hè”, zegt de jongen die ik draag bemoedigend. Hijgend kom ik boven. [1] 

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Laura van Mourik 23 augustus 2014 Dit is voor mensen die smerig willen worden
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be