omspoelt
- om·spoelt
vervoeging van |
---|
omspoelen |
omspoelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspoelen
- ... dat jij omspoelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspoelen
- ... dat hij omspoelt.
vervoeging van |
---|
omspoelen |
omspoelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspoelen
- Jij omspoelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspoelen
- Hij omspoelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omspoelen
- Omspoelt!
- Het woord omspoelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.