omspeelden
- Geluid: omspeelden (hulp, bestand)
- om·speel·den
vervoeging van |
---|
omspelen |
omspeelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omspelen
- ...dat wij omspeelden.
- ...dat jullie omspeelden.
- ...dat zij omspeelden.
- ...dat wij omspeelden.
vervoeging van |
---|
omspelen |
omspeelden
- meervoud verleden tijd van omspelen
- Wij omspeelden.
- Jullie omspeelden.
- Zij omspeelden.
- Wij omspeelden.
- Het woord omspeelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.