omlaagglij
- Geluid: omlaagglij (hulp, bestand)
- om·laag·glij
vervoeging van |
---|
omlaagglijden |
omlaagglij
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaagglijden
- ... dat ik omlaagglij.
- Het woord omlaagglij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.