• om·keer·woor·den

de omkeerwoordenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord omkeerwoord
     De eerlijke lezer, ongehinderd door klinkerritme, afbreekstrepen, waanzinnig lange zinnen, misselijkmakende omkeerwoorden alsmede vreemde letterreeksen, werd constant terug naar af gestuurd.[1]
  1.   Weblink bron
    Erik van Muiswinkel
    Mopperlands in: NRC Handelsblad, jrg. 12 nr. 253 (31 juli 1982), p. 19 (ZB 5) kol. 5