omkeer
- om·keer
vervoeging van |
---|
omkeren |
omkeer
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkeren
- ... dat ik omkeer.
- Het woord omkeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omkeer" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be