nuttigt
- nut·tigt
vervoeging van |
---|
nuttigen |
nuttigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nuttigen
- Jij nuttigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nuttigen
- Hij nuttigt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van nuttigen
- Nuttigt!
- Het woord nuttigt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.