WikiWoordenboek

nouille

Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

nouille v

  1. (spreektaal) domkop, sufferd
    «Quelle nouille cette gonzesse, elle comprend rien.»
    Wat een domme gans is die griet, ze snapt niks. [1]
  2. (spreektaal) lul, penis
    «Le prof de gym, il avait sa nouille qui dépassait de son short.»
    De lul van de gymleraar kwam onder zijn korte broek uit. [1]

Verwijzingen

  1. ↑ 1,0 1,1
    Wouw, Berry van de
    , Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 140
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=nouille&oldid=3727082"