Engels

Uitspraak
  • /ˈnɒmɪnətɪv/
enkelvoud meervoud
nominative nominatives

Zelfstandig naamwoord

nominative

  1. (taalkunde) nominatief; een naamval die gewoonlijk het onderwerp van een zin aanduidt
    «In languages like Scottish Gaelic the nominative differs from the vocative.»
    In talen zoals Schots-Gaelisch verschilt de nominatief van de vocatief.

Bijvoeglijk naamwoord

nominative

  1. (taalkunde) wat op de nominatief betrekking heeft
  2. naamdragend, waaraan de naam van een persoon gehecht is