neuriet
- neu·riet
vervoeging van |
---|
neuriën |
neuriet
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neuriën
- Jij neuriet.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neuriën
- Hij neuriet.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van neuriën
- Neuriet!
- Het woord neuriet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.