Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nar·ren

Zelfstandig naamwoord

de narrenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord nar

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
narrar

narren

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van narrar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van narrar