narcotiseer
- Geluid: narcotiseer (hulp, bestand)
- nar·co·ti·seer
vervoeging van |
---|
narcotiseren |
narcotiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van narcotiseren
- Ik narcotiseer.
- gebiedende wijs van narcotiseren
- Narcotiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van narcotiseren
- Narcotiseer je?
- Het woord narcotiseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.