nam bijeen
- Geluid: nam bijeen (hulp, bestand)
- nam bij·een
vervoeging van |
---|
bijeennemen |
nam bijeen
- enkelvoud verleden tijd van bijeennemen
- Ik nam bijeen.
- Jij nam bijeen.
- Hij, zij, het nam bijeen.
- Ik nam bijeen.
vervoeging van |
---|
bijeennemen |
nam bijeen