nacheckt
- na·checkt
vervoeging van |
---|
nachecken |
nacheckt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nachecken
- ... dat jij nacheckt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nachecken
- ... dat hij nacheckt.
- Het woord nacheckt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.