• mum·mi·fi·ceert
vervoeging van
mummificeren

mummificeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mummificeren
    • Jij mummificeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mummificeren
    • Hij mummificeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mummificeren
    • Mummificeert!