• mum·mi·fi·ceer
vervoeging van
mummificeren

mummificeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mummificeren
    • Ik mummificeer. 
  2. gebiedende wijs van mummificeren
    • Mummificeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mummificeren
    • Mummificeer je?