multitaskte
- Geluid: multitaskte (hulp, bestand)
- mul·ti·task·te
vervoeging van |
---|
multitasken |
multitaskte
- enkelvoud verleden tijd van multitasken
- Ik multitaskte.
- Jij multitaskte.
- Hij, zij, het multitaskte.
- Ik multitaskte.
- Het woord multitaskte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.