• mul·ti·task
vervoeging van
multitasken

multitask

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van multitasken
    • Ik multitask. 
  2. gebiedende wijs van multitasken
    • Multitask! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van multitasken
    • Multitask je?