• mo·za·ie·ken

de mozaïekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mozaïek
  2. het maken van een mozaïek
     Het is ambachtelijk en het is monnikenwerk. Ik deed het eerder voor mezelf en heb van m'n hobby m'n werk gemaakt. Kunst is het niet. Mozaïeken valt formeel onder kunstnijverheid, net als bloemschikken'.[1]
  1.   Weblink bron “Ina van de Riet uit Hengevelde maakt de wereld stiekem mooier” (13-10-2017), Tubantia