moveden
- move·den
vervoeging van |
---|
moven |
moveden
- meervoud verleden tijd van moven
- Wij moveden.
- Jullie moveden.
- Zij moveden.
- Wij moveden.
- Het woord moveden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
moven |
moveden