Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·di·a·li·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
mondialiseren

mondialiseerden

  1. meervoud verleden tijd van mondialiseren
    • Wij mondialiseerden. 
    • Jullie mondialiseerden. 
    • Zij mondialiseerden. 

Gangbaarheid