Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·di·a·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
mondialiseren

mondialiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mondialiseren
    • Ik mondialiseer. 
  2. gebiedende wijs van mondialiseren
    • Mondialiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mondialiseren
    • Mondialiseer je? 

Gangbaarheid