mondialiseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mon·di·a·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mondialiseren |
mondialiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mondialiseren
- Ik mondialiseer.
- gebiedende wijs van mondialiseren
- Mondialiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mondialiseren
- Mondialiseer je?
Gangbaarheid
- Het woord mondialiseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.