modereer
- mo·de·reer
vervoeging van |
---|
modereren |
modereer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van modereren
- Ik modereer.
- gebiedende wijs van modereren
- Modereer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van modereren
- Modereer je?
- Het woord modereer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.