moche
moche
- (spreektaal) lelijk
- «Elles sont moches, ces godasses!»
- Wat een lelijke schuiten!
- «Elle est moche comme un pou!»
- Ze is lelijk als de nacht! (letterlijk: als een luis) [1]
- «Elles sont moches, ces godasses!»
- (spreektaal) immoreel
- «C'est moche ce que tu fais là.»
- Dat kan je niet maken wat je daar doet. [1]
- «C'est moche ce que tu fais là.»
- (spreektaal) triest
- «Ma mère n'arrête pas de répéter que c’est moche de vieillir.»
- Mijn moeder blijft maar herhalen dat het triest is om oud te worden. [1]
- «Ma mère n'arrête pas de répéter que c’est moche de vieillir.»