• mis·tak·en·ly
  • Afleiding van het Engelse bijvoeglijke naamwoord mistaken met het voorvoegsel mis-, met het achtervoegsel -n en met het achtervoegsel -ly.

mistakenly

  1. abusievelijk
  2. bij abuis
  3. onjuist
  4. per abuis
  5. ten onrechte
    «Thousands of people were mistakenly told to contact the ministry.»
    Duizenden mensen werden ten onrechte verzocht het ministerie te contacteren.
  6. verkeerd