• Afleiding van het Zweedse werkwoord handla met het voorvoegsel miss-
Naar frequentie 15981
stellend vergrotend overtreffend
misshandlad
-
-

misshandlad

  1. geslagen, mishandeld
  1. onbepaald nominatief gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van misshandlad

misshandlad

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van misshandla
    «Ung kvinna misshandlad [1]»
    Jonge vrouw geslagen
  1. Ung kvinna misshandlad
    Krant: "Folkbladet" van 17 december 2015