misgaat
- mis·gaat
vervoeging van |
---|
misgaan |
misgaat
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
- ... dat jij misgaat.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
- ... dat hij misgaat.
vervoeging van |
---|
misgaan |
misgaat
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
- Jij misgaat.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
- Hij misgaat.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van misgaan
- Misgaat!
- Het woord misgaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.