Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·li·ta·ri·seert

Werkwoord

vervoeging van
militariseren

militariseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van militariseren
    • Jij militariseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van militariseren
    • Hij militariseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van militariseren
    • Militariseert!