militariseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·li·ta·ri·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
militariseren |
militariseerden
- meervoud verleden tijd van militariseren
- Wij militariseerden.
- Jullie militariseerden.
- Zij militariseerden.
- Wij militariseerden.