• me·tro·po·len

de metropolenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord metropool


  • me·tro·po·len
Naar frequentie 189821

metropolen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van metropol


  • me·tro·po·len

metropolen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van metropol