menstrueerden
- men·stru·eer·den
vervoeging van |
---|
menstrueren |
menstrueerden
- meervoud verleden tijd van menstrueren
- Wij menstrueerden.
- Jullie menstrueerden.
- Zij menstrueerden.
- Wij menstrueerden.
- Het woord menstrueerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.