menighedsarbejdet
Deens
Woordafbreking
- me·nig·heds·ar·bej·det
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het invoegsel -s-
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Zelfstandig naamwoord
menighedsarbejdet, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van menighedsarbejd