meezeult

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  meezeult    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mee·zeult

Werkwoord

vervoeging van
meezeulen

meezeult

1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeulen
   

   • ... dat jij meezeult. 

2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeulen
   

   • ... dat hij meezeult. 

Gangbaarheid

• Het woord meezeult staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.