• mee·werkt
vervoeging van
meewerken

meewerkt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meewerken
    • ... dat jij meewerkt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meewerken
    • ... dat hij meewerkt.